De eerste 4 ingelijste Bluesportretten in Cafe Restaurant Gerrie, Hoofdstraat 15 te Grolloo.
Ik ben er blij mee!
Er komen er nog een paar bij, te zien tijdens het Holland International Blues Festival 8 en 9 juni 2018.
Nieuwe grote Bluesportretten gemaakt voor de expositie op het Holland International Blues Festival in Grolloo, 8 en 9 juni 2018.
Café Restaurant Gerrie, naast de hoofdingang van het festivalterrein, Hoofdstraat 15, Grolloo
Joanne Shaw Taylor en haar bassist Luigi Casanova, 70 x 100 cm, pastel, © Thea Gerritsen
Robert Cotton (Robert Cottonband), 80 x 66 cm, pastel, © Thea Gerritsen
Joe Bonamassa, 100 x 70 cm, pastel, © Thea Gerritsen
Harry Muskee (Cuby), 42 x 56 cm, pastel, © Thea Gerritsen

Jimi Hendrix, 100 x 70 cm, pastel, © Thea Gerritsen

Harry Muskee (Cuby and the Blizzards)
42 x 56 cm, pastel 2018 © Thea Gerritsen
Omdat ik van muziek hou.
Omdat ik van de blues hou.
Omdat ik uit Drenthe kom.
Daarom mag hij niet ontbreken in mijn serie muziekportretten.


De kinderportretten van de zusjes Kim (12) en Floor (9) heb ik in opdracht gemaakt.
We overlegden met elkaar welke foto’s ik zou gebruiken. In principe fotografeer ik kinderen zelf met mijn camera. In dit geval bleken er heerlijk vakantiefoto’s te zijn: Kroatië, aan het eind van een zonovergoten vakantie maakte de familie een tocht op zee, avondzon, warme bries en op zoek naar dolfijnen!
De stralende ontspannen gezichtjes van de kinderen spraken voor zich, dat zou ik zo gauw hier thuis niet voor elkaar krijgen, dacht ik.
Kleurrijk mochten de portretten worden, ook in overleg met de meiden, en dat werden ze, de zon in het gezicht.
Een dierbare herinnering voor nu, en later.

“Toine”, 45 x 31 cm, pastel 2017 © Thea Gerritsen
Portret in opdracht.
“7 oktober 1995 verongelukte Toine. Hij was 22 jaar.
Al vele jaren loop ik rond met het idee een portret van hem te laten maken.
Afgelopen jaar ontmoette ik Thea Gerritsen. Tijdens ons gesprek kreeg ik het gevoel dat ik iemand gevonden had die ik het portretteren van Toine zou willen toevertrouwen.
En u ziet het resultaat! Het is Toine helemaal zoals hij was. Dit wordt ook van alle kanten, en niet in het minst door zijn broer, bevestigd.
Het portret van Toine hangt intussen in onze woonkamer. Natuurlijk doet het pijn, maar ik ben er ook zo ontzettend blij mee. Het geeft het gevoel dat hij dicht bij ons is.
Dankjewel Thea. Ik weet hoeveel inspanning het maken van dit portret je gekost heeft. Je hebt ons Toine een beetje teruggegeven.
Moeder van Toine
12 september 2017”
Noortje en Marlijn zijn zusjes.
Allebei geportretteerd in opdracht als 1,5-jarige peuter, zoals oma al haar 5 kleinkinderen heeft laten vastleggen in pastelkrijt op deze leeftijd.
Noortje was er eerst.
Toen Marlijn kwam voor het fotograferen zag ik dat ze een bloesje aanhad wat ongeveer de kleur van de achtergrond van Noortje had…zou ik het kunnen omdraaien?
De kleuren, bedoel ik.
Zoiets ontstaat, een rode achtergrond is nogal heftig…
Achtergronden zijn vaak nog ingewikkelder dan het portret zelf.
Hoewel ik een beelddenker ben moet ik dit soort dingen gewoon zien, voor me, in het echt, dus doen.
Het werd wat, Marlijn is een pittige dame…dat rood paste, ze kon het hebben.
Zoals Noortje een dromenmeisje is…daar paste het luchtige blauw waar turquoise in zit, beter.
Turquoise vind ik een droomkleurtje, daar laat je mee zweven…
Een beetje dan, hè

Noortje, 30 x 20 cm, pastel 2011, © Thea Gerritsen

Marlijn, 30 x 20 cm, pastel 2013, ©Thea Gerritsen
Het is lang geleden dat ik een dierenportret in opdracht maakte: Scully en Mulder aan het strand, ontstond in 2009.
Een portret van een dier is net zoiets persoonlijks als een portret van een mens, het gaat erom of hij of zij het is, niet alleen of het lijkt.
De mooiste en meest waardevolle beloning die je als portretschilder kunt krijgen is als het raakt, hart en ziel, en als ik dan deze prachtige woorden ook nog ontvang, na het zien van emotie vanmorgen, ben ik stil…

“Mirac”, 46 x 46 cm, pastel 2016 © Thea Gerritsen
“MIRAC
Thea, je hebt Mirac geschilderd op zo’n wijze dat Mirac voor altijd bij ons is. Ik ben blij met dit prachtige schilderij dat Mirac precies zo laat zien als hij was, maar tegelijk ben ik ook verdrietig omdat hij er niet meer is.Thea, dank dat je Mirac aan ons als eeuwige herinnering hebt gegeven. Mooier kon niet.
Rob “
Het is vandaag 26 maart 2016, zaterdag.
23 jaar geleden, op 26 maart 1993, op een vrijdag, werd ik geopereerd in het Antoni van Leeuwenhoek in Amsterdam. Hét kankerinstituut van Nederland. Totaal onverwacht bleek er van alles aan de hand met een jonge, zorgeloze, 33-jarige, sterke vrouw.
Als er zoiets met je gebeurt, komen er andere krachten in je boven.
Eerst waren daar de kleine stapjes, letterlijk: ik moest weer leren lopen zónder mijn buik vast te houden. Het was baarmoederhalskanker met onvermoede uitzaaiingen, terwijl ik zo keurig al jaren onder controle stond. Gemist waren alle voorstadia, maar dat kan, niets en nergens is garantie op…toch?
Ik stond voor het raam van het ziekenhuis vaak naar de stad en de tram die langs knarste te kijken en dacht: “Dáár kan ik nooit meer in, dat schudden, dat overleef ik niet.”
Alles wat vanzelfsprekend was geweest, wat je zonder nadenken gewoon doet, zoals in de tram stappen, werd een berg, bijna onoverkomelijk.
Bijna, want je leert kleine stapjes te nemen en als dat dan lukt dan is er een volgende stap die onmogelijk lijkt… Lijkt, want ik had het geluk dat ik uiteindelijk weer vrijwel alles kon gaan doen wat ik gewend was geweest. Bijna, en met andere ogen bezien, vanuit een ander gevoel, een groot bewustzijn.
Dat bewustzijn is er elke dag die ik na die dag geleefd heb, ik vind het leven niet vanzelfsprekend. Er overkomt je veel in het leven waar je het beste van moet maken. Het prachtige hervinden van mijn creativiteit en het uiteindelijk kiezen voor het volgen van mijn hart in mijn dagelijks werk als schilder. Het ontdekken van mijn kracht in wat ik doe. Dat heeft consequenties, het gaat om jezelf trouw worden, weer, en blijven. En ik vind dat een eenzame en vaak harde weg.
Schoonheid, geluk, verdriet, pijn, kwetsbaarheid en onmacht gaan hand in hand als je bewust leeft.
Ik ging op zoek naar het kind wat ik ooit was, toen ik mij nog niet bewust was van de verwachtingen van de wereld om mij heen..Ik maakte een aantal kinderportretten van mijzelf in kleurpotlood en pastelkrijt. Om te voelen wie ik ben. Niet weten, maar voelen dus.
Ik kwam op het strand terecht, het strand van Texel, waar ik hier, in augustus 1960, letterlijk mijn eerste, eigen, zelfstandige stapjes zette. Ik leerde daar lopen en ging recht op de zee af….het ruime sop, de vrijheid!

Mijn vader en moeder kunnen me gelukkig nog steeds dit soort dingen vertellen. Die vrijheid zoeken, dat weet ik nu, dat “selluf doen”, alleen, dat hoort bij mij.
Het portret wat uiteindelijk ontstond, heeft in tussentijd, voordat het klaar was, 1,5 jaar in een doos opgeborgen gezeten. Ik kwam er niet uit en was bang wat ik al had kapot te maken.
Er waren wel signalen dat het belangrijk was, zoals het avondlicht in de kamer wat opeens alleen dát portret verlichtte..

En de zonnestraal die zomaar precies op het kindje viel..

Door het maken van de film over mijn portretten, kwam dit werk in wording weer tevoorschijn. En zag ik dat ik het gewoon af moest maken: 1,5 dag nadat ik het op de ezel had gezet was het klaar.
Afstand nemen geeft ruimte.
En inzicht.

Een titel wordt je gegeven, heb ik inmiddels geleerd, het komt ergens gedurende het proces binnen en dan weet je dat het goed is.
“Op pad”, 100 x 70 centimeter, pastelkrijt op paneel. Het kindje is levensgroot en mag gaan, geconcentreerd, op weg naar…
En dat elke dag wéér!
Ik vind geen dag in dit leven zomaar vanzelfsprekend, het leven is een gegeven wonder en dient bewust ge- en be-leefd te worden. Daarom volg ik mijn eigen pad, ook al begrijpt niet iedereen altijd waarom mijn pad loopt zoals het loopt. Elk mens heeft zichzelf trouw te zijn en te blijven.
Morgen is ons niet beloofd, daarom.

Soms gebeurt dat, dat je heel erg je best doet, hard werkt, veel uren maakt, geïnspireerd bent maar dat er geen (goed!) eindresultaat komt..
Het kinderportret in opdracht van Helena 30 x 20 cm, maakte ik in maart 2015, het kostte veel tijd, 7 weken.
Er is geen pijl op te trekken hoeveel tijd een portret maken kost.
Dat vragen mensen vaak: hoelang doe je daar nou over? Ik heb wel eens een kinderportret in opdracht, A4, dus 30 x 20 centimeter, in een week gemaakt, of 1,5 week en ergens denk je dan zelf ook dat dat zo moet kunnen..
Naarmate ik langer dit vak beoefen begrijp ik steeds beter dat het leven met alles erop en eraan de snelheid bepaalt. Van het ontstaan van een portret. De opzet gaat vlot, dat kan ik goed, ik ben daar van jongs af aan op getraind door snelle opzetten te moeten maken. Mijn eerste leermeester was daar een meester in en ik ben hem zeer dankbaar. Daarna kwamen er andere leermeesters en ik nam hun techniek voor een periode over. Om te leren. Want ik wist niet hoe “het” moest.
Na de 5e leermeester zei mijn hoofd: genoeg! En sloeg op slot. Het knalde letterlijk in mijn kop, zoals ik dat noem, ik kon het niet meer bedenken hoe het moest en voelde instinctief dat ik mijn eigen weg te gaan had. Veel doen en werken en ontdekken wat mijn hand is. Dat proces zal levenslang doorgaan weet ik inmiddels en dat is het prachtige maar ook wel het frustrerende soms, resultaatgericht als een mens is..
De afgelopen periode van 10 maanden kwam er geen portret af, sterker: ik verknalde er wéér 1. Iets wat ik mezelf had beloofd niet meer te doen: als het niet gaat: achteruitstappen, loslaten en iets anders gaan doen.
Dat deed ik, er gingen 5 maanden over dit proces heen en toen opeens, haalde ik met een varkensharen kwast alle lagen eraf….de “ghost” van dit portret bestaat nog en ik had er uiteindelijk spijt van want er was al zoveel.
En toch, dat moet soms.
Kennelijk.
Ik wist deze periode dat ik niet stilstond maar het nodig had om andere dingen te doen, ik begon een heerlijk portret van een klein, blond mannetje: Sem.
Maar hij kwam niet af, bang om weer zoveel moois wat er al is te vernietigen, zette ik hem bewust opzij, achterstevoren, niet in zicht.
Ik kwam terug bij het kleurpotloodkleuren, brak mijn enkel en toen was helemaal duidelijk dat dat het enige was wat ik kon doen. Zittend op de bank. Rust. De beslissing om dat sprookjesboek te maken werd toen genomen.
Ik weet inmiddels dat alles wat er gebeurt nuttig is, het lijkt het echte leven wel. Het werk wat er uit mijn hart en handen komt kan niet meer anders dan een weerspiegeling van mijn ziel zijn.
Dat lijkt zweverig en dat is het ook.
Want je hebt geen enkel houvast.
Ik verdiep me er niet meer in, maar weet: zoals het komt is het goed.
En het neemt de tijd die het nodig heeft.
Toen ontmoette ik Eunice.
We kenden elkaar niet maar ik was direct geraakt door haar, vond haar zó prachtig. Het klikte, we kletsten en lachten rondom een spijkerbroek en een paar zwarte stoere lakschoenen. En ik durfde. Haar te vragen of zij model wilde staan voor een portret.
Zij wilde. Zij was vereerd. Maar ik nog meer!
En wat ben ik blij.
Met deze nieuwe kracht.
10 maanden na Helena liet deze prachtige, krachtige vrouw mij weer landen, thuiskomen en hervinden.
Dank je wel, Eunice, dat je iets van jezelf liet zien, jij durfde en gaf mij daardoor een groot kado!
Dat zijn de beste dagen, als ik me kan focussen op dat waar het om gaat. Werken, wandelen, slapen, werken, en dan ontstaat.
Die kleurpotloodtekeningen, daar wil ik al 10 jaar “iets” mee…en “iedereen” zegt dan: illustreren. Maar dat is een vak apart. Wat IK niet beheers, geloof me, een figuurtje in allerlei houdingen terug laten komen: ik kan het écht niet.
Wat ik wel kan is wat ik in die 10 jaar ontdekt heb. Ik heb een echt voorbeeld nodig want ik ben een realist: een echt dier, een plaatje..en wat blijkt, het wordt mijn eigen diertje, andere kleuren en steeds vrijere lijnen. Dat eerste beeld heb ik nodig. Want ik weet zo 1, 2, 3 niet op welke hoogte een beren-oortje zit en hoe breed een kikker-bekkie is. Maar dán, dan niet bang zijn, afstand nemen, kriebelen, veel kleurtjes en beschouwen.
Vorige zomer, toen had ik opeens de vorm. Ik bivakkeerde veel in de tuin, mijn oude rode kater genoot van zijn laatste zomer, ik wist het en wilde erbij zijn. Tekenbord op schoot, de potloden erbij. En midden in die warme zomer ontstond een groene pinguin. En een soldatenmiertje met een missie. Dat was de eerste.
Ik krabbelde eromheen, het werd een verhaal.
In beeld. Zonder tekst. 40 x 30 cm. Een heel vel vol.
En deze zomer, ik weet het moment niet meer, besloot ik: dat boek, dat sprookjesboek gaat er gewoon komen. Een heleboel van die 40 x 30’s, en dan zie ik wel wat het wordt. Met of zonder tekst. Voor kinderen of voor grote kinderen of voor grote mensen, geen idee. Ik vertrouw volledig op het stromen en dat aan het eind duidelijk wordt hoe het boek heet, hoe dik of hoe dun het is, en wie er mee zijn gaan doen.
Inmiddels zijn er 4 bladzijden, eentje is klaar en de rest is door elkaar heen aan het ontstaan. Want ook daar hebben we, mijn potloden en ik, geen regels voor. Net waar ik zin in heb. En hoe mijn pet staat. Daar gaat mijn hand heen. Alle regels overboord, dat is het beste, ik wist het al, maar dacht het nog niet…
MIJN sprookjesboek: het is één groot feest aan het worden!

De zomer van Bammetje en Panino.
© Thea Gerritsen

“Dáar…waar het gebeurt.” De eerste bladzij,
en het idee zijn klaar.© Thea Gerritsen

Kusje! © Thea Gerritsen

4 Dagen ijzel….en de deur niet uit kunnen.
Dáár was het Feestbeertje en de roze-poot-mestkever.
© Thea Gerritsen

Het is het eind van een zonnige sneeuwzondag…
Het warme licht wordt koel.
De werktitel was : Soepkip.
Maar dáár dacht Queen Chicken iets anders over…
© Thea Gerritsen

Copyright & kopiëren; 2025, Thea Gerritsen. Met trots ondersteund door WordPress. Blackoot ontwerp door Iceable Themes.