(Een deel van) mijn atelier.

Thea Gerritsen – 1959

Dat er een realistisch portretschilder in mij schuilt wist ik natuurlijk niet als kind. Ik was wel creatief en hield van maken en ontdekken.
Toen ik 17 was kreeg ik het vak tekenen als eindexamenvak en in die tijd kreeg ik de eerste modeltekenlessen op school en van mijn eerste leermeester Charles Henri uit Meppel.
Het werken naar waarneming vond hij heel belangrijk, snelle opzetten maken ook. Al vlot kwamen, naast het modeltekenen, eindeloos veel stillevens aan bod. Dat is mijn basis.
Werken met krijt, korte en lange sessies met levende modellen, en snelle opzetten maken met een beperkt kleurenpalet in olieverf. Uren maken. Dat was studeren en dat vond hij belangrijk.

Het leven nam zijn loop en de creativiteit bleef, maar van tekenen en schilderen kwam niks meer.
Ik moest er 45 voor worden om te beseffen dat ik wilde schilderen, en wel altijd, het zou mijn bestaan worden.
Ik zocht weer mijn eerste leermeester op en daarna diverse andere professionele kunstschilders van wie ik wilde leren.
Van olieverf stapte ik over op pastelkrijt, het directe van dat pure pigment in mijn vingers voegde heel veel meer plezier en voldoening toe.
Alle leermeesters vonden dat niets, het was immers een “tekenmateriaal”?!

Maar: dat is het niet. Als je in de kunstgeschiedenis gaat zoeken ontdek je dat er al sinds de 17e eeuw de mooiste portretten mee worden gemaakt: het verschil met verf zie je vaak niet eens.

Voor mij was die ontdekking écht het volgen van mijn hart.
Ik bouw mijn portretten en andere schilderijen op in lagen, alle kleuren die er zijn spelen een rol en geven diepte.

In Amerika kon ik 3 zomers een aantal weken portretworkshops met model volgen van Daniël Greene zijn vrouw Wende Caporale. Ware meesters in het gebruik van pastelkrijt in portretten.
Hun immense atelier werd mijn volgende leerschool.

Het volgen van  je hart en die eigen weg is iets wat ik nu heel graag doorgeef in mijn workshops aan volwassenen en lessen aan kinderen. Zoek je eigen hand, want die heeft iedereen.
En: “Je eigen stijl hoef je niet te zoeken, die vindt jou wel” is een prachtige zin die mijn eerste leermeester mij meegaf. Hij klopt zoals mijn hart.
Ik gebruik veel kleuren, daar houd ik van en mijn rijke pastelkrijtvoorraad bedient mij daarin, het is puur genieten, Puur Krijt.

Mijn hart slaat voor portretten, ik maak graag in opdracht herinneringsportretten, kinderportretten, dierenportretten. Sinds wij aan de Waddenkust wonen in Wierum is daar het waddenlandschap bijgekomen.

In opdracht maakte ik ook een wielrenner in een frans dorp, een geliefde boerderij, een indiaan van zwart/wit naar kleur, een jeugdherinnering, een droombeeld. Kortom: in overleg komen we altijd tot een beeld wat raakt, daar doe ik heel graag mijn best voor.

“Iets…van de menselijke ziel is altijd, ergens, zichtbaar..
Ik hou van die glimpjes die de innerlijke wereld van een mens laten zien.
Zoeken helpt niet, het wordt mij gegeven in de reis die het maken van een portret is: van de eerste blik tot de laatste pastelstreek..
Ergens daartussenin ontvouwt zich een wereld. Het is een moment.
Het is er, en op een onbewaakt ogenblik wordt het voelbaar. Dat herkennen en het dan niet meer verliezen maar zichtbaar maken: daar vind ik mijn kracht. Als dat begrepen wordt, en gevoeld, door de toeschouwer, de opdrachtgever…als het raakt, dan is het goed.”