Categorie: Puur Krijt

Harry Muskee (Cuby)

Harry Muskee (Cuby and the Blizzards)

42 x 56 cm, pastel 2018 © Thea Gerritsen

Omdat ik van muziek hou.

Omdat ik van de blues hou.

Omdat ik uit Drenthe kom.

Daarom mag hij niet ontbreken in mijn serie muziekportretten.


Portret in opdracht: de zusjes Kim en Floor

De kinderportretten van de zusjes Kim (12) en Floor (9) heb ik in opdracht gemaakt.
We overlegden met elkaar welke foto’s ik zou gebruiken. In principe fotografeer ik kinderen zelf met mijn camera. In dit geval bleken er heerlijk vakantiefoto’s te zijn: Kroatië, aan het eind van een zonovergoten vakantie maakte de familie een tocht op zee, avondzon, warme bries en op zoek naar dolfijnen!
De stralende ontspannen gezichtjes van de kinderen spraken voor zich, dat zou ik zo gauw hier thuis niet voor elkaar krijgen, dacht ik.
Kleurrijk mochten de portretten worden, ook in overleg met de meiden, en dat werden ze, de zon in het gezicht.
Een dierbare herinnering voor nu, en later.


Toine

“Toine”, 45 x 31 cm, pastel 2017 © Thea Gerritsen

Portret in opdracht.

“7 oktober 1995 verongelukte Toine. Hij was 22 jaar.

Al vele jaren loop ik rond met het idee een portret van hem te laten maken.

Afgelopen jaar ontmoette ik Thea Gerritsen. Tijdens ons gesprek kreeg ik het gevoel dat ik iemand gevonden had die ik het portretteren van Toine zou willen toevertrouwen.

En u ziet het resultaat! Het is Toine helemaal zoals hij was. Dit wordt ook van alle kanten, en niet in het minst door zijn broer, bevestigd.

Het portret van Toine hangt intussen in onze woonkamer. Natuurlijk doet het pijn, maar ik ben er ook zo ontzettend blij mee. Het geeft het gevoel dat hij dicht bij ons is.

Dankjewel Thea. Ik weet hoeveel inspanning het maken van dit portret je  gekost heeft. Je hebt ons Toine een beetje teruggegeven.

 

Moeder van Toine

12 september 2017”


Zweverig blauw en pittig rood

Noortje en Marlijn zijn zusjes.
Allebei geportretteerd in opdracht als 1,5-jarige peuter, zoals oma al haar 5 kleinkinderen heeft laten vastleggen in pastelkrijt op deze leeftijd.
Noortje was er eerst.
Toen Marlijn kwam voor het fotograferen zag ik dat ze een bloesje aanhad wat ongeveer de kleur van de achtergrond van Noortje had…zou ik het kunnen omdraaien?
De kleuren, bedoel ik.
Zoiets ontstaat, een rode achtergrond is nogal heftig…
Achtergronden zijn vaak nog ingewikkelder dan het portret zelf.
Hoewel ik een beelddenker ben moet ik dit soort dingen gewoon zien, voor me, in het echt, dus doen.
Het werd wat, Marlijn is een pittige dame…dat rood paste, ze kon het hebben.
Zoals Noortje een dromenmeisje is…daar paste het luchtige blauw waar turquoise in zit, beter.
Turquoise vind ik een droomkleurtje, daar laat je mee zweven…
Een beetje dan, hè


Noortje, 30 x 20 cm, pastel 2011, © Thea Gerritsen

 

Marlijn, 30 x 20 cm, pastel 2013, ©Thea Gerritsen


Over Mij

(Een deel van) mijn atelier.

Thea Gerritsen – 1959

Dat er een realistisch portretschilder in mij schuilt wist ik natuurlijk niet als kind. Ik was wel creatief en hield van maken en ontdekken.
Toen ik 17 was kreeg ik het vak tekenen als eindexamenvak en in die tijd kreeg ik de eerste modeltekenlessen op school en van mijn eerste leermeester Charles Henri uit Meppel.
Het werken naar waarneming vond hij heel belangrijk, snelle opzetten maken ook. Al vlot kwamen, naast het modeltekenen, eindeloos veel stillevens aan bod. Dat is mijn basis.
Werken met krijt, korte en lange sessies met levende modellen, en snelle opzetten maken met een beperkt kleurenpalet in olieverf. Uren maken. Dat was studeren en dat vond hij belangrijk.

Het leven nam zijn loop en de creativiteit bleef, maar van tekenen en schilderen kwam niks meer.
Ik moest er 45 voor worden om te beseffen dat ik wilde schilderen, en wel altijd, het zou mijn bestaan worden.
Ik zocht weer mijn eerste leermeester op en daarna diverse andere professionele kunstschilders van wie ik wilde leren.
Van olieverf stapte ik over op pastelkrijt, het directe van dat pure pigment in mijn vingers voegde heel veel meer plezier en voldoening toe.
Alle leermeesters vonden dat niets, het was immers een “tekenmateriaal”?!

Maar: dat is het niet. Als je in de kunstgeschiedenis gaat zoeken ontdek je dat er al sinds de 17e eeuw de mooiste portretten mee worden gemaakt: het verschil met verf zie je vaak niet eens.

Voor mij was die ontdekking écht het volgen van mijn hart.
Ik bouw mijn portretten en andere schilderijen op in lagen, alle kleuren die er zijn spelen een rol en geven diepte.

In Amerika kon ik 3 zomers een aantal weken portretworkshops met model volgen van Daniël Greene zijn vrouw Wende Caporale. Ware meesters in het gebruik van pastelkrijt in portretten.
Hun immense atelier werd mijn volgende leerschool.

Het volgen van  je hart en die eigen weg is iets wat ik nu heel graag doorgeef in mijn workshops aan volwassenen en lessen aan kinderen. Zoek je eigen hand, want die heeft iedereen.
En: “Je eigen stijl hoef je niet te zoeken, die vindt jou wel” is een prachtige zin die mijn eerste leermeester mij meegaf. Hij klopt zoals mijn hart.
Ik gebruik veel kleuren, daar houd ik van en mijn rijke pastelkrijtvoorraad bedient mij daarin, het is puur genieten, Puur Krijt.

Mijn hart slaat voor portretten, ik maak graag in opdracht herinneringsportretten, kinderportretten, dierenportretten. Sinds wij aan de Waddenkust wonen in Wierum is daar het waddenlandschap bijgekomen.

In opdracht maakte ik ook een wielrenner in een frans dorp, een geliefde boerderij, een indiaan van zwart/wit naar kleur, een jeugdherinnering, een droombeeld. Kortom: in overleg komen we altijd tot een beeld wat raakt, daar doe ik heel graag mijn best voor.

“Iets…van de menselijke ziel is altijd, ergens, zichtbaar..
Ik hou van die glimpjes die de innerlijke wereld van een mens laten zien.
Zoeken helpt niet, het wordt mij gegeven in de reis die het maken van een portret is: van de eerste blik tot de laatste pastelstreek..
Ergens daartussenin ontvouwt zich een wereld. Het is een moment.
Het is er, en op een onbewaakt ogenblik wordt het voelbaar. Dat herkennen en het dan niet meer verliezen maar zichtbaar maken: daar vind ik mijn kracht. Als dat begrepen wordt, en gevoeld, door de toeschouwer, de opdrachtgever…als het raakt, dan is het goed.”


Portret in opdracht: Mirac

Het is lang geleden dat ik een dierenportret in opdracht maakte: Scully en Mulder aan het strand, ontstond in 2009.

Een portret van een dier is net zoiets persoonlijks als een portret van een mens, het gaat erom of hij of zij het is, niet alleen of het lijkt.

De mooiste en meest waardevolle beloning die je als portretschilder kunt krijgen is als het raakt, hart en ziel, en als ik dan deze prachtige woorden ook nog ontvang, na het zien van emotie vanmorgen, ben ik stil…

“Mirac”, 46 x 46 cm, pastel 2016 © Thea Gerritsen

“MIRAC

Mirac, onze kater is niet meer. Het was een miracle, een wonder, dat je na je geboorte bij ons bleef. Je had ademhalingsproblemen, bij onderzoek konden ze niets vinden, maar je overleefde het en 8 jaar lang was je onze vriend tot het moment dat ik je riep, zoals altijd ’s avonds voor je eten. Je rende langs mij heen naar de keuken naar je bakje eten, maar je viel plots voor je bakje om. Je hart had het begeven.

Thea, je hebt Mirac geschilderd op zo’n wijze dat Mirac voor altijd bij ons is. Ik ben blij met dit prachtige schilderij dat Mirac precies zo laat zien als hij was, maar tegelijk ben ik ook verdrietig omdat hij er niet meer is.Thea, dank dat je Mirac aan ons als eeuwige herinnering hebt gegeven. Mooier kon niet.

Rob  “


Omdat morgen ons niet is beloofd.

Het is vandaag 26 maart 2016, zaterdag.
23 jaar geleden, op 26 maart 1993, op een vrijdag, werd ik geopereerd in het Antoni van Leeuwenhoek in Amsterdam. Hét kankerinstituut van Nederland. Totaal onverwacht bleek er van alles aan de hand met een jonge, zorgeloze, 33-jarige, sterke vrouw.
Als er zoiets met je gebeurt, komen er andere krachten in je boven.

Eerst waren daar de kleine stapjes, letterlijk: ik moest weer leren lopen zónder mijn buik vast te houden. Het was baarmoederhalskanker met onvermoede uitzaaiingen, terwijl ik zo keurig al jaren onder controle stond. Gemist waren alle voorstadia, maar dat kan, niets en nergens is garantie op…toch?

Ik stond voor het raam van het ziekenhuis vaak naar de stad en de tram die langs knarste te kijken en dacht: “Dáár kan ik nooit meer in, dat schudden, dat overleef ik niet.”
Alles wat vanzelfsprekend was geweest, wat je zonder nadenken gewoon doet, zoals in de tram stappen, werd een berg, bijna onoverkomelijk.

Bijna, want je leert kleine stapjes te nemen en als dat dan lukt dan is er een volgende stap die onmogelijk lijkt… Lijkt, want ik had het geluk dat ik uiteindelijk weer vrijwel alles kon gaan doen wat ik gewend was geweest. Bijna, en met andere ogen bezien, vanuit een ander gevoel, een groot bewustzijn.

Dat bewustzijn is er elke dag die ik na die dag geleefd heb, ik vind het leven niet vanzelfsprekend. Er overkomt je veel in het leven waar je het beste van moet maken. Het prachtige hervinden van mijn creativiteit en het uiteindelijk kiezen voor het volgen van mijn hart in mijn dagelijks werk als schilder. Het ontdekken van mijn kracht in wat ik doe. Dat heeft consequenties, het gaat om jezelf trouw worden, weer, en blijven. En ik vind dat een eenzame en vaak harde weg.

Schoonheid, geluk, verdriet, pijn, kwetsbaarheid en onmacht gaan hand in hand als je bewust leeft.

Ik ging op zoek naar het kind wat ik ooit was, toen ik mij nog niet bewust was van de verwachtingen van de wereld om mij heen..Ik maakte een aantal kinderportretten van mijzelf in kleurpotlood en pastelkrijt. Om te voelen wie ik ben. Niet weten, maar voelen dus.

Ik kwam op het strand terecht, het strand van Texel, waar ik hier, in augustus 1960, letterlijk mijn eerste, eigen, zelfstandige stapjes zette. Ik leerde daar lopen en ging recht op de zee af….het ruime sop, de vrijheid!

Mijn vader en moeder kunnen me gelukkig nog steeds dit soort dingen vertellen. Die vrijheid zoeken, dat weet ik nu, dat “selluf doen”, alleen, dat hoort bij mij.

Het portret wat uiteindelijk ontstond, heeft in tussentijd, voordat het klaar was, 1,5 jaar in een doos opgeborgen gezeten. Ik kwam er niet uit en was bang wat ik al had kapot te maken.

Er waren wel signalen dat het belangrijk was, zoals het avondlicht in de kamer wat opeens alleen dát portret verlichtte..

En de zonnestraal die zomaar precies op het kindje viel..

Door het maken van de film over mijn portretten, kwam dit werk in wording weer tevoorschijn. En zag ik dat ik het gewoon af moest maken: 1,5 dag nadat ik het op de ezel had gezet was het klaar.
Afstand nemen geeft ruimte.
En inzicht.

Een titel wordt je gegeven, heb ik inmiddels geleerd, het komt ergens gedurende het proces binnen en dan weet je dat het goed is.

“Op pad”, 100 x 70 centimeter, pastelkrijt op paneel. Het kindje is levensgroot en mag gaan, geconcentreerd, op weg naar…

En dat elke dag wéér!

Ik vind geen dag in dit leven zomaar vanzelfsprekend, het leven is een gegeven wonder en dient bewust ge- en be-leefd te worden. Daarom volg ik mijn eigen pad, ook al begrijpt niet iedereen altijd waarom mijn pad loopt zoals het loopt. Elk mens heeft zichzelf trouw te zijn en te blijven.

Morgen is ons niet beloofd, daarom.

 


Stilstaan..? Oei, ik groei.

 

Soms gebeurt dat, dat je heel erg je best doet, hard werkt, veel uren maakt, geïnspireerd bent maar dat er geen (goed!) eindresultaat komt..
Het kinderportret in opdracht van Helena 30 x 20 cm, maakte ik in maart 2015, het kostte veel tijd, 7 weken.

Er is geen pijl op te trekken hoeveel tijd een portret maken kost.
Dat vragen mensen vaak: hoelang doe je daar nou over? Ik heb wel eens een kinderportret in opdracht, A4, dus 30 x 20 centimeter, in een week gemaakt, of 1,5 week en ergens denk je dan zelf ook dat dat zo moet kunnen..

Naarmate ik langer dit vak beoefen begrijp ik steeds beter dat het leven met alles erop en eraan de snelheid bepaalt. Van het ontstaan van een portret. De opzet gaat vlot, dat kan ik goed, ik ben daar van jongs af aan op getraind door snelle opzetten te moeten maken. Mijn eerste leermeester was daar een meester in en ik ben hem zeer dankbaar. Daarna kwamen er andere leermeesters en ik nam hun techniek voor een periode over. Om te leren. Want ik wist niet hoe “het” moest.

Na de 5e leermeester zei mijn hoofd: genoeg! En sloeg op slot. Het knalde letterlijk in mijn kop, zoals ik dat noem, ik kon het niet meer bedenken hoe het moest en voelde instinctief dat ik mijn eigen weg te gaan had. Veel doen en werken en ontdekken wat mijn hand is. Dat proces zal levenslang doorgaan weet ik inmiddels en dat is het prachtige maar ook wel het frustrerende soms, resultaatgericht als een mens is..

De afgelopen periode van 10 maanden kwam er geen portret af, sterker: ik verknalde er wéér 1. Iets wat ik mezelf had beloofd niet meer te doen: als het niet gaat: achteruitstappen, loslaten en iets anders gaan doen.
Dat deed ik, er gingen 5 maanden over dit proces heen en toen opeens, haalde ik met een varkensharen kwast alle lagen eraf….de “ghost” van dit portret bestaat nog en ik had er uiteindelijk spijt van want er was al zoveel.

En toch, dat moet soms.
Kennelijk.

Ik wist deze periode dat ik niet stilstond maar het nodig had om andere dingen te doen, ik begon een heerlijk portret van een klein, blond mannetje: Sem.
Maar hij kwam niet af, bang om weer zoveel moois wat er al is te vernietigen, zette ik hem bewust opzij, achterstevoren, niet in zicht.

Ik kwam terug bij het kleurpotloodkleuren, brak mijn enkel en toen was helemaal duidelijk dat dat het enige was wat ik kon doen. Zittend op de bank. Rust. De beslissing om dat sprookjesboek te maken werd toen genomen.

Ik weet inmiddels dat alles wat er gebeurt nuttig is, het lijkt het echte leven wel. Het werk wat er uit mijn hart en handen komt kan niet meer anders dan een weerspiegeling van mijn ziel zijn.
Dat lijkt zweverig en dat is het ook.
Want je hebt geen enkel houvast.

Ik verdiep me er niet meer in, maar weet: zoals het komt is het goed.
En het neemt de tijd die het nodig heeft.

Toen ontmoette ik Eunice.
We kenden elkaar niet maar ik was direct geraakt door haar, vond haar zó prachtig. Het klikte, we kletsten en lachten rondom een spijkerbroek en een paar zwarte stoere lakschoenen. En ik durfde. Haar te vragen of zij model wilde staan voor een portret.

Zij wilde. Zij was vereerd. Maar ik nog meer!

En wat ben ik blij.

Met deze nieuwe kracht.
10 maanden na Helena liet deze prachtige, krachtige vrouw mij weer landen, thuiskomen en hervinden.

Dank je wel, Eunice, dat je iets van jezelf liet zien, jij durfde en gaf mij daardoor een groot kado!


Sprookjesleven..

Dat zijn de beste dagen, als ik me kan focussen op dat waar het om gaat. Werken, wandelen, slapen, werken, en dan ontstaat.

Die kleurpotloodtekeningen, daar wil ik al 10 jaar “iets” mee…en “iedereen” zegt dan: illustreren. Maar dat is een vak apart. Wat IK niet beheers, geloof me, een figuurtje in allerlei houdingen terug laten komen: ik kan het écht niet.

Wat ik wel kan is wat ik in die 10 jaar ontdekt heb. Ik heb een echt voorbeeld nodig want ik ben een realist: een echt dier, een plaatje..en wat blijkt, het wordt mijn eigen diertje, andere kleuren en steeds vrijere lijnen. Dat eerste beeld heb ik nodig. Want ik weet zo 1, 2, 3 niet op welke hoogte een beren-oortje zit en hoe breed een kikker-bekkie is. Maar dán, dan niet bang zijn, afstand nemen, kriebelen, veel kleurtjes en beschouwen.

Vorige zomer, toen had ik opeens de vorm. Ik bivakkeerde veel in de tuin, mijn oude rode kater genoot van zijn laatste zomer, ik wist het en wilde erbij zijn. Tekenbord op schoot, de potloden erbij. En midden in die warme zomer ontstond een groene pinguin. En een soldatenmiertje met een missie. Dat was de eerste.
Ik krabbelde eromheen, het werd een verhaal.
In beeld. Zonder tekst. 40 x 30 cm. Een heel vel vol.

En deze zomer, ik weet het moment niet meer, besloot ik: dat boek, dat sprookjesboek gaat er gewoon komen. Een heleboel van die 40 x 30’s, en dan zie ik wel wat het wordt. Met of zonder tekst. Voor kinderen of voor grote kinderen of voor grote mensen, geen idee. Ik vertrouw volledig op het stromen en dat aan het eind duidelijk wordt hoe het boek heet, hoe dik of hoe dun het is, en wie er mee zijn gaan doen.

Inmiddels zijn er 4 bladzijden, eentje is klaar en de rest is door elkaar heen aan het ontstaan. Want ook daar hebben we, mijn potloden en ik, geen regels voor. Net waar ik zin in heb. En hoe mijn pet staat. Daar gaat mijn hand heen. Alle regels overboord, dat is het beste, ik wist het al, maar dacht het nog niet…

MIJN sprookjesboek: het is één groot feest aan het worden!

De zomer van Bammetje en Panino.
© Thea Gerritsen

“Dáar…waar het gebeurt.” De eerste bladzij,
en het idee zijn klaar.© Thea Gerritsen

Kusje! © Thea Gerritsen

4 Dagen ijzel….en de deur niet uit kunnen.
Dáár was het Feestbeertje en de roze-poot-mestkever.
© Thea Gerritsen

Het is het eind van een zonnige sneeuwzondag…
Het warme licht wordt koel.
De werktitel was : Soepkip.
Maar dáár dacht Queen Chicken iets anders over…
© Thea Gerritsen


Verbazing

Soms kijk je met grote verbazing terug naar iets wat je alweer zo lang geleden maakte..
Ik weet het proces nog als was het gisteren…het was knokken met regelmatig gevoelens van vertwijfeling en hopeloosheid.
Ik was nog maar zo kort weer aan het schilderen, na 20 jaar niets gedaan te hebben op dat gebied, viel het kwartje in 2003, ik kon er niet meer omheen.
En omdat ik ben wie ik ben was het duiken, kop onder en volledig omarmen.
Weer tekenen, schilderen, lessen nemen en de ontdekking van de hemel met het aanraken van pastelkrijt.
Leermeesters die mij met open mond van verbazing aankeken en me van dat krijt probeerden af te praten, want ik had zo’n prachtige stevige olieverf toets.
Ja.
Dat was zo.
Ik hield zo van olieverf, de geur, het pasteuze, het gevecht, álles. Dat was mijn basis.
Maar dat krijt, dat was een grote stap nóg dichter naar de hemel.
En als je dat niet net zo voelt is dat ook niet uit te leggen.

Dus een grote stap verder op weg naar mijn zelfstandigheid, op alle gebied, want ik voer tegen vele stromen in.
Mijn leermeesters die mij allen, ook en juist in en door dat gevecht, zoveel leerden.

Dit portret, de Danseres, alles is er in onderdelen vanáf geweest.

Een goede start

Het was groot, een meter hoog, dus niet in 1 keer te overzien, en dan verlies je de verhoudingen, ik wel tenminste.
Ze wás het wel, maar ook heel erg NIET, mijn model, een oudere versie van zichzelf, en dan zit je in de verhoudingen gewoon niet goed. Ze had een lichaamshouding waarvan ik van te voren wist dat ik grote moeilijkheden tegen zou komen, een duim die uitstak naar achteren..als ik die niet goed zou pakken werd het een gek ding.
Dat bleek.
En omdat ik niet snel van opgeven weet, vocht ik me een weg naar wél een goed eindresultaat.
Hij staat er niet op, die duim…dat gevecht verloor ik dus.

Danseres, zonder duim

Er was nog een ander gevecht, dat met haar hoofd. Ze leek dus wel maar ze WAS het niet…dus ik deed iets wat je nooit moet doen, want het komt vrijwel niet meer goed, ik ramde het hoofd eraf, terwijl het lijf inmiddels goed was.

Het hoofd eraf.. (de duim zit er nog op)

Het hele erge fijne van pastelkrijt, mits je een goede drager(ondergrond) hebt, is dat je altijd opnieuw kunt beginnen, opbouwen.
“Pastel is SO forgiving…”zei een veel oudere, bevriende Amerikaanse kunstenares mij ooit.
It is.

Ik knokte met een beperkt kleurgebruik, want het was een studieperiode, van “hogerhand” opgelegd.
Van nature gooi ik het liefst alles erin dus, hoppá, zoveel mogelijk kleur. Daarom ook is mijn krijthoeveelheid volledig uit de hand gelopen. Elk merk heeft zijn charme in kleurvariëteit. Ik ben blut maar o zo rijk, kan kiezen uit 100 tinten blauw, blauwgroen, groen blauw, turquoise, en dat dan allemaal tégen elkaar..en dan krijg je diepte.
Goed, het gevecht dus, waarvan ik inmiddels, jaren later weet, dat dát is waar uiteindelijk het genot zit.
Het is de reis, die je maakt, tijdens het zoeken en vinden, naar het wezenlijke.
Want met de gelijkenis kwam het hier niet helemaal goed, maar het werd wel een sterk portret.

BELONING

De grootste beloning kwam een paar jaar later, toen een jong gezin, op vakantie op de plek waar ik exposeerde, mét elkaar, besloot, dat DIT het schilderij was wat ze wilden kopen. De jonge kinderen hadden een net zo grote stem als de beide ouders.
Ik had het portret afgeprijsd, want ik wilde ruimte maken.Toen ik later een foto kreeg van waar het hing, werd ik nóg blijer: in de speelhoek, naast de spelletjeskast, boven de hondenmand en de caviakooi…Het was volledig omarmd, het was helemaal goed.

PROCES

Ik leer zoveel tijdens mijn werk, steeds meer besef ik dat het niet om het namaken van het plaatje gaat. Ik ben een realistisch portretschilder.
“Dat wat erin zit komt er vanzelf uit”, zei mijn eerste leermeester. “Je stijl hoef je niet te zoeken.” Dat klopt. Maar dat realisme echter trekt ook altijd aan mij. Net als dat andere, het van nature vrije bewegen met mijn armen, het intuitiëve kleuren pakken, het zonder tekening beginnen.
Ik ben op een punt aangeland waar ik los van álle instructies, in elk portret op mijn manier mijn weg zoek.
De vrijheid vinden is zo makkelijk nog niet. Want het moet inmiddels niet meer alleen lijken, het moet iemand ZIJN. En wáár zit dat….ik heb dat antwoord niet, en ik denk dat ik dat ook niet krijg. Ik weet inmiddels wel, dat ik donders goed weet wanneer ik er nog niet ben. En dus ook wanneer ik er wél ben.
Ik durf steeds meer, ik leer enorm veel van dat vallen en opstaan. Ik geef nooit op. En daar waar ik wel opgaf, verschijnt na jaren opeens een inzicht.

EIGEN REGELS
Mijn laatste kinderportret in opdracht besloot ik volgens mijn eigen regels te maken. Loslaten van de veilige begintekening, gewoon beginnen in kleurtoetsen, wat ik in mijn eigen vrije werk ook doe, als de druk van een opdracht er niet achter zit. Gevoelsmatig beginnen. De gelijkenis is er vaak al snel in een blik, een strook, het is er direct. Omdat ik als basis geleerd heb om model te tekenen met krijt, grote bewegingen, steeds weer opnieuw beginnen, de eerste opzetten, kom ik daar snel. Maar dan……want een vrij portret, weglaten, dat is zo makkelijk nog niet.
Ja, als het klaar is, dat zie ik zelf ook dat het logisch is, dat het niet anders kon dan zo. Maar daarvóór, dan ben ik regelmatig hopeloos, radeloos, vertwijfeld.. dan kijk en kijk ik maar omdat ik het niet zie. Wáár zit het, dat het er nog niet is?
Mijn laatste kinderportret nam 7 weken in beslag. 30 x 20 cm, A4. Dat heb ik in eerdere opdrachten soms in 5 dagen gedaan, hooguit een week. Ik fotografeer inmiddels alle fasen van mijn werk en dan kun je goed terugkijken. Soms zie ik dan dat ik er in een eerder stadium dichterbij zat dan later. Mijn drift en ongeduld lieten mij dan weer verder afdrijven van het zo gewenste resultaat.

Zo was er een jongetje dat één en al trui werd…die trui, waar ik in principe niet van hou, van kleren maken in een portret, werd subliem. Het kind echter, verdween….Uiteindelijk heb ik dit portret losgelaten, ik kwam er niet uit, het was geen opdracht dus dat kon. Ik maakte een ander portret van hem. Het “vastgelopen” portret is er nog…

Max, alleen maar trui….met een gek hoofd, niet afgemaakt portret..

Max, het nieuwe portret “Ontmoeting”

Ik denk aan iets wat ik tijdens mijn laatste opdracht ontdekte: door het hoofd er helemaal af te halen ontstond op de ondergrond een “ghost” van al mijn werk…en ik zag het kind, volledig! Zonder krijt, maar wel de afdruk, fascinerend…
De ontdekkingsweg naar meer en vrij en veel en…ghosts? is nog lang, levenslang!
Ik ben daar waar ik zijn wil: in het centrum van mijn hart en passie.
Dat is geluk, kijken en ontdekken met de verwondering van het kind dat ik ooit was.
Mijn universum is eindeloos!


error: Inhoud beschermd/Content protected !!